zondag 21 april 2013

Wie is de mol?

Verschenen in Basis, vakblad voor Beleidsonderzoek, april 2013
Voor meer informatie of een abonnement op Basis (gratis), zie http://www.basis-online.nl/

Gisteren overkwam het me weer eens: ik fietste op straat en dacht in de fietser voor me een vriendin te herkennen. Ik voerde mijn tempo op en wilde enthousiast haar naam roepen, toen ze zich omdraaide om af te slaan – het was mijn vriendin helemaal niet.

Ik hoop dat iemand snel een uitvinding doet die voortaan dit soort situaties voorkomt. Ik voel me namelijk erg dom na zo’n vergissing. Die situatie maakt pijnlijk duidelijk dat ik niet altijd goed genoeg op details let. Daar wil ik wat aan doen, en om mezelf te trainen kijk ik fanatiek naar Wie is de Mol. Dat programma gaat zo ongeveer over tunnelvisies, en ook ik trap steeds in de val. Ik weet steeds héél zeker wie de Mol is en vind daar dan héél veel bevestigend bewijs voor, maar toch krijgt mijn Mol elke week weer een rood scherm.

Het troost me een beetje dat ik niet de enige ben met dit manco. Iets vergelijkbaars gebeurde tijdens een presentatie die ik een poosje geleden gaf tijdens een seminar van een brancheorganisatie. De daar aanwezige werkgevers dachten samen na over hun mogelijkheden om banen te creëren voor mensen met een arbeidsbeperking. Na een verhitte discussie zei een van de werkgevers: “voor iedereen die kan en wil werken maak ik een plek in mijn organisatie. En ik heb nog nooit een werknemer gezien die wel wilde, maar niet kon.”

Er klonk applaus, de discussie was voorbij. Dat was nog eens een mooie oplossing. Maar ik was niet zo tevreden. Ik dacht: klopt dat wel? De redenering van de werkgever is aanlokkelijk, want als het waar is hebben we meteen een probleem opgelost. Maar wie even doordenkt merkt dat het niet klopt. Het is heel goed mogelijk dat de afdeling P&O van bovengenoemde werkgever ervoor zorgt dat hij geen mensen ontmoet die graag bij hem willen werken, maar dat niet kunnen. De werkgever sprak dus wel de waarheid, maar het is zíjn waarheid, gebaseerd op onvolledige informatie.

De manier van redeneren van deze werkgever komt vaker voor dan je denkt. Bijvoorbeeld: “In onze stad neemt het aantal Antillianen toe. Onder Antillianen komen soa’s meer voor dan onder andere bevolkingsgroepen. Dus moeten we een preventiecampagne gaan beginnen.” Of, een beroemde: “ik heb nog nooit een zwarte zwaan gezien, dus er bestaan alleen maar witte zwanen.”

Er zijn een paar bezwaren tegen deze redeneringen. Allereerst: dat we zelf de uitzonderingen niet kennen, wil niet zeggen dat ze niet bestaan. Maar er kan ook een onbekende invloedsfactor zijn die je theorie sterk beïnvloedt zonder dat je het weet. Een verschijnsel staat zelden op zichzelf, omdat de werkelijkheid haast per definitie complex is. Het leukste aspect van onderzoek vind ik: dat het als onderzoeker je taak is om die onverwachte, onvermoede invloedsfactoren boven tafel te krijgen. Misschien is dus de beste strategie voor een nieuw seizoen Wie is de Mol: geen strategie. Geen hypotheses opstellen, maar alles wat belangrijk kan zijn inventariseren. Wie weet, zit ik dan een keer goed.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten