Lang geleden, in een land hier ver vandaan, waren er eens
een man en een vrouw. Ze zochten een goede toekomst en kwamen naar Nederland.
Maar de werkelijkheid bleek er één van werkloosheid en geldgebrek. Na twee
decennia besloten ze: de maat is vol, we gaan terug. Intussen hadden ze een
dochter van negentien jaar, die studeerde aan een MBO. “Ik blijf hier,” zei de
dochter. “Want ik wil mijn opleiding afmaken.” De ouders roemden dit besluit,
en gingen.
Ik interviewde dochter Senna vorige week. “Ik verloor het
overzicht,” vertelde ze. “Ik vergat dingen. Mijn ouders dachten dat ze me
hadden voorbereid, maar ik had helemaal niet geleerd om voor mezelf te zorgen. En
al snel kreeg ik schulden.” Die schulden gingen haar leven beheersen. Ze had
van niemand steun te verwachten. Ze stopte met haar opleiding, en na een paar
maanden leefde ze op straat.
Het verhaal van Senna staat niet op zichzelf. Volgens het
Nibud heeft ruim 1 op de 10 jongeren een grote schuld. Achter dat cijfer gaat
een wereld van stress schuil. Want schulden zijn alles overheersend.
MBO-studenten met schulden zijn vaker afwezig, besteden weinig aandacht aan
school en vallen vaak uit. Hun situatie belemmert hen een toekomst op te
bouwen.
Vorige maand verscheen het boek ‘Schaarste’ van psycholoog
Eldar Shafir. ‘Schaarste neemt bezit van je geest', zegt hij. Schaarste laat je
focussen op je directe gebrek: de rekening die morgen moet worden betaald, het
vullen van de borden vanavond. Zo verdwijnt het langetermijnperspectief.
‘Schaarste slokt je op’, zegt Shafir. ‘Je hebt minder aandacht voor dingen die
je eigenlijk ook belangrijk vindt.’
Achter de schulden van de meeste jongeren gaat daardoor een
wereld van verdriet en problematiek schuil. Van verslagenheid, eenzaamheid en
lage zelfwaardering. De jongeren hebben nooit iemand gehad die zei: ‘kom op,
jij kunt het’. Ze komen uit gezinnen waarin er nauwelijks ruimte was voor
opvoeding en ontwikkeling. Dat is heftig. Zo gaat armoede van generatie naar
generatie.
Tegelijkertijd wordt de maatschappij steeds strenger. We
moeten goed voor onszelf kunnen zorgen, en liefst ook nog voor onze ouders en
buren. We moeten eigen verantwoordelijkheid kunnen dragen, kunnen plannen, administreren,
participeren. Wie afhankelijk is van hulp of een uitkering moet daar
tegenprestaties tegenover stellen – of er volgen represailles. Maar de
werkelijkheid is: één op de tien Nederlanders haalt de gestelde norm niet. Niet
uit onkunde of onwil, maar uit onmacht. Omdat ze worden opgeslokt door
schaarste.
Senna had geluk – ze kwam in contact met een
jongerenwerkster die haar nu begeleidt. Ze woont in een gemeente die alles op
alles zet om haar te helpen bij het treffen van een schuldregeling. Ze heeft
haar studie weer opgepakt, kan weer ademhalen. Maar persoonlijke ontwikkeling
is geen kwestie van een project van zes weken. Senna zal nog heel veel hobbels
en drempels tegenkomen. Maar ik vraag me af: als het met Senna straks toch weer
misgaat, geven we haar dan een tweede kans of volgen er represailles?