zaterdag 25 augustus 2012

Onbedoelde effecten van beleid

Gepubliceerd in het Nederlands Dagblad op 24 augustus 2012

Er staat een EU-logo op het aanrecht van het appartement. De gloednieuwe speeltuin in een verlaten boerengehucht is ‘funded by the EU’. Ook de gloednieuwe snelweg, het opgeknapte zwembad en de B&B zijn voorzien van een blauwe vlag met twaalf gele sterren. In Polen, het land waar ik de zomermaanden doorbracht, is de Europese Unie tastbaar aanwezig in het dagelijks leven.

Goed nieuws voor Midden-Europa, dacht ik. De EU geeft een impuls aan de lokale economie, huizen worden weer opgeknapt. Er hangt een sfeer van vooruitgang. Maar schijn bedriegt.
De kleine boeren in Silezië, een streek in Polen, zijn helemaal niet blij met de EU. De strenge eisen die de Unie stelt aan hun landbouwgewassen en aan de melk van hun koeien maken een rendabel boerenbestaan haast onmogelijk. Hun bedrijven zijn te klein, en zonder enige schaalgrootte kunnen ze nooit aan de vereisten voldoen.

Er is een simpele oplossing, zegt de EU: werk samen, start een coöperatie. Maar dat schiet deze keuterboertjes in het verkeerde keelgat. Decennialang hebben ze, ondanks de hevige druk van communistisch Rusland, hun zelfstandigheid behouden. Ze zijn niet gezwicht voor de politiek van grote landbouwcoöperaties. En nu zijn ze ‘vrij’ – maar in wezen wordt de druk alleen wat subtieler uitgeoefend.

De subsidies, regels en economische prikkels voor deze Poolse regio zijn ongetwijfeld goed bedoeld. De landbouwregels zorgen voor betere exportmogelijkheden door uniformere producten. De nieuwe speeltuin moest vast de teruglopende sociale cohesie verbeteren, de snelweg zou zorgen voor bedrijvigheid en met een gloednieuw hotel komt het toerisme vanzelf op gang. Maar zo blijkt het niet te werken.

De zoons en dochters van deze boeren raken gedemotiveerd. Ze zien geen brood meer in een boerenbestaan en trekken naar de steden of naar het Westen. De dorpen sterven uit, de gloednieuwe speeltuin ligt er verlaten bij. Het beleid van de EU blijkt dus wat onvoorziene bijwerkingen te hebben. De econoom Charles Wolfe noemt dat ‘overheidsfalen’– de tegenhanger van marktfalen. Dit falen komt doordat de overheid uitgaat van een versimpeling van de werkelijkheid. Te vaak wordt vergeten dat beleid terechtkomt in een complexe sociale context – bijvoorbeeld die van de Poolse weerstand tegen coöperaties. Goed overheidsbeleid zou juist gebruik moeten maken van de afstand tot de regio om de belangrijkste tradities en structuren te herkennen en te verwerken in regels en subsidies.

Ik denk het niet dat de onbedoelde gevolgen van beleid op de Brusselse bureaus terecht komen. Ik stel me zo voor dat het beleid elke twee jaar wordt geëvalueerd, waarna de ambtenaren met een vuistdik rapport kunnen aantonen dat hele regio’s er op vooruitgaan. En ze stellen vast dat de Poolse economie nog blijft groeien, mede mogelijk gemaakt door de EU. Maar nog even en de kleine boeren in Silezië zijn weg. En ik vrees dat deze Poolse streek niet de enige regio is waar het zo gaat….