donderdag 19 januari 2017

Flexwerk: een leven met veel gedoe en weinig zekerheid. Dat kan anders.

Martine van Ommeren en Suzanne de Visser * sociaal ondernemers en oprichters van Flextensie
Gepubliceerd in het Nederlands Dagblad van 19 januari 2017

‘Het is makkelijker om volledig afhankelijk te zijn van een uitkering, dan om werken te combineren met een uitkering. Dat maakt me wel een beetje moedeloos.’ Met deze uitspraak vatte Suzanne haar situatie samen, in een uitzending over flexwerk van NCRV De Monitor op 4 januari.
Sinds 2009 volgt voor haar de ene tijdelijke baan de andere op – en dat is pittig. Die tijdelijke contracten veroorzaken volgens Suzanne drie problemen. Allereerst: werk combineren met een uitkering zorgt voor veel gedoe, maar loont niet.  Want inkomsten uit tijdelijk werk worden grotendeels of helemaal verrekend met de uitkering. De werknemer krijgt dan tijdelijk geen of een lagere uitkering. Dat leidt tot een instabiel en onzeker inkomen, wat een grote opgave is voor een groep die al langere tijd een inkomen heeft op uitkeringsniveau. Ten tweede is flexwerk vaak geen keuze: wie al langere tijd een uitkering ontvangt, is vaak verplicht alle aangeboden werk te accepteren, ook als dat tijdelijk of parttime is. Het derde probleem is voor Suzanne het gebrek aan perspectief. Flexwerk leidt lang niet altijd tot een vastigheid: een jaar na de start op een tijdelijke baan heeft minder dan 20% van de flexwerkers een vaste baan (CBS, maart 2016). Terwijl de werknemer zich juist inzet vanuit de hoop op een vaster contract.

Met haar verhaal illustreert Suzanne de problematiek rond flexwerk vanuit de uitkering. Het bieden van oplossingen voor die problemen is het doel van onze sociale onderneming, Flextensie.
En gelukkig zijn wij daarin niet alleen. In het land komen er allerlei initiatieven op die met oplossingen proberen te komen. Zo zijn er groepen bijstandsgerechtigden die zelf sociale coöperaties starten, en vanuit verschillende gemeenten wordt er gezocht naar routes om de stap naar ondernemerschap eenvoudiger te maken.
Het lukt ons twee van Suzannes problemen wat te verzachten. Want binnen het instrument dat Flextensie heeft ontwikkeld, staat vrijwilligheid centraal, en zekerheid. Er is geen verplichting. Je mag jezelf aanmelden en aangeven wat voor werk je wilt en kunt doen. En dank zij een administratieve oplossing hoef je niet al je inkomsten te laten verrekenen met je uitkering, maar ontvang je een netto, onbelast bedrag bovenop de uitkering, dat niet verrekend hoeft te worden en dat niet van invloed is op je toeslagen.

Dit alles lijkt goed nieuws voor Suzanne, en de ruim 365.000 uitkeringsgerechtigden die zich in hetzelfde schuitje bevinden. Helaas is dat maar deels waar. Want het derde probleem lost hiermee niet op. Hoewel veel kandidaten uitstromen naar werk, is ook dat vaak geen contract voor onbepaalde tijd. Daarmee bieden ook initiatieven als Flextensie een pleister die toch te klein is voor een wond die vele maten groter is.
Wat er dan wel nodig is? Allereerst: een beter gesprek tussen (rijks)overheden, de groep werknemers die vastzit in een molen van tijdelijke opdrachten, én de groep burgers die aan de zijlijn staan, maar graag zouden willen werken.
Want in alle herrie en geschreeuw tégen flexwerk wordt een grote fout gemaakt: de groep waarom het gaat, krijgt zelf nauwelijks stem. Met hun belangen wordt dan ook onvoldoende rekening gehouden.
Ook de landelijke politiek biedt weinig echte betrokkenheid op deze groep. Politici benoemen de problemen, maar komen niet tot de structurele hervormingen die nodig zijn om het tij te keren. Zo had de Wet Werk en Zekerheid (ingevoerd in 2013) tot doel om flexwerkers meer zekerheden te geven. Het effect is anders: in plaats van de eerder geldende 3 jaar, kunnen flexwerkers nu nog maar 2 jaar op tijdelijke contracten bij een werkgever werken. Daarna volgt voor een ruime meerderheid alsnog geen vast contract. Het CPB concludeerde in 2016 dan dat de nadelen van flexwerk voor grotendeels terecht komen bij de zwakkere groepen op de arbeidsmarkt.

De situatie vraagt daarom om stevigere hervormingen, die ons allemaal en ons hele sociale stelsel kunnen raken: van pensioenen tot aan ontslagrecht en van de bijstand tot aan topinkomens. Wie een vaste baan heeft, zal dan wellicht verworvenheden moeten inleveren om zekerheid voor anderen te kunnen creëren.
Het terugdringen van flexibilisering vraagt daarnaast een luisterend oor voor de groep waarom het gaat, een visie op oplossingen voor de lange termijn en de souplesse om op de korte termijn zoveel mogelijk pleisters te vinden om de pijn mee te dempen. 
Het spijt ons - wat hadden we Suzanne graag verteld dat er al een oplossing voor haar was. Dat is niet zo. Maar structurele verbetering moet mogelijk zijn. Totdat die er is, zullen wij voor haar en alle anderen doen wat we kunnen: het gedoe wegnemen waar mogelijk, hen de keuze bieden en goed naar hen luisteren. Want dat verdient ze, net zo goed als dat ze zekerheid verdient.