Verschenen in het Nederlands Dagblad op 25 juni 2014
U bent onverschillig, ongemotiveerd en heeft een gebrek aan
algemene vaardigheden. Nou ja, u dan misschien niet, maar alle andere burgers
wel. Tenminste, als we de wetenschappers en journalisten moeten geloven. Neem
bijvoorbeeld het essay dat Kim Putters, directeur van het SCP, vorige week
publiceerde. Daarin zegt hij: “zorgtaken worden tot nu toe vooral gedaan door een
specifieke groep vrouwen van een jaar of veertig. Veel breder zal dat in de
toekomst niet worden. Want de meeste burgers hebben onvoldoende vaardigheden en
motivatie om zorgtaken voor een ander uit te voeren.” Dat maakt dat Putters
niet zo veel vertrouwen heeft in de participatiesamenleving.
In zijn pessimisme over burgers staat Kim Putters niet
alleen. De Amerikaanse historicus Donald Kegan zei in zijn afscheidsrede van
Yale University, vorig jaar besproken in deze krant, bij burgers vooral ‘een
culturele leegte, onwetendheid over het verleden en een gevoel van
ongeworteldheid en zinloosheid’ aan te treffen.
Kortom: we zijn van betrokken, zorgzame inwoners veranderd
in onverschillige, ongemotiveerde burgers met een gebrek aan vaardigheden. Volgens
Kegan is dat de doodsteek voor de westerse democratie in haar huidige vorm – en
Putters verwacht daardoor weinig goeds van de participatiesamenleving. Nu
schuilt er in die waarschuwingen natuurlijk een kern van waarheid. Ik ben het
met Putters eens dat er meer betrokkenheid van burgers wordt verwacht dan
realistisch is. Maar ik ben toch niet pessimistisch over de toekomst – de
participatie komt volgens mij alleen uit een andere bron dan de overheid
verwacht.
Die bron is volgens mij: sociaal ondernemerschap. Allerlei ondernemers
nemen uit eigen beweging verantwoordelijkheid voor de samenleving en gaan taken
oppakken die we de afgelopen decennia als het domein van de overheid zijn gaan
zien. Ik ken ondernemers die woongemeenschappen voor ouderen initiëren, of
grote groepen vrijwilligers weten te mobiliseren om zorgtaken voor buren uit te
voeren. Ik ken start-ups die werkloze jongeren helpen te ondernemen. Niet al
die plannen zijn succesvol, maar dat is juist goed. Immers: alleen de ideeën die voldoende
(financieel) draagvlaak vinden, groeien uit.
Het initiatief verschuift hiermee van overheid naar (kleine)
ondernemers. Als die kiem uitgroeit tot een nieuwe moraal, kan dat nieuwe vormen
van bestuur afwingen. Een vorm waarin niet langer de overheid mandaat krijgt
van de kiezende burgers om beleid te maken, maar een vorm waarin ondernemers
die publieke taken uitvoeren hiervoor ruimte en gelegenheid krijgen van de
overheid. Daarvoor is het nodig dat de overheid zich gaat inspannen om te
zorgen dat het beleid deze sociale bedrijven ondersteunt en niet beknot. De
betrokken burger is niet verdwenen, hij heet nu alleen betrokken ondernemer.