Gepubliceerd in het Nederlands Dagblad, 24 september 2014
Toen ik een aantal maanden geleden mijn vaste contract
verruilde voor een bestaan als zelfstandig ondernemer had ik veel reacties
verwacht – maar niet dat de meest gestelde vraag zou zijn: ‘maar wáár ga je dan
werken?’ Mijn antwoord - ‘geen idee’ - was voor veel vrienden en oud-collega’s
moeilijk te plaatsen. Veel van hen bleken werk
vooral te associëren met een plek waar je naar toe gaat, en waar je weer
vandaan reist. Werk is dan een vaste
locatie, met min of meer vaste activiteiten. Kortom: een ritme, een routine. Eén
die bovendien bijna belangrijker lijkt dan dat wát je dan precies doet.
Ik vond dat toen wat oppervlakkig en klein gedacht, maar daar
ben ik wel van teruggekomen. Inmiddels heb ik ervaren hoe intensief het is om
een gezin te combineren met een baan zonder vaste activiteiten en zonder vaste
weekstructuur. En ben ik tot de slotsom gekomen dat een routine geen bijzaak
is. Een vaste structuur is ook nodig om voldoende energie ‘over’ te hebben voor
je eigenlijke werk.

Dat slaat de spijker op zijn kop. Een vaste dagelijkse – of
wekelijkse – routine kan helpen om goed te functioneren. Soms is een strak
ritme zelfs puur noodzakelijk om een bijzondere prestatie te kunnen bereiken,
zoals een vast trainingsschema nodig is om een marathon te kunnen lopen. Maar er
is een keerzijde: ook onze vaste patronen kunnen iets verslavends krijgen en
hypnotiserend gaan werken.
Dat heb ik ervaren op het moment dat mijn oude routine
wegviel – en niet meteen werd vervangen door een nieuw werkritme. Ik zag ineens
hoe sterk ik jarenlang heb geleund op een vast, voorspelbaar patroon – en
hoezeer ik daar mijn zekerheden aan ontleende. De voorspelbaarheid van het
weekritme gaf me de illusie van eigen controle. En het uitvoeren van taken
waarvan ik al wist dat ik ze beheerste bracht me een onterecht geloof in eigen
kunnen. Zo was de routine zelf verslavend gaan werken. Misschien is, in
tegenstelling tot wat Flauberts stelt, dus juist het lóslaten van regelmaat en zekerheden
wel een opdracht – voor mij, en wellicht ook voor u – om weer te kunnen worden
zoals we oorspronkelijk zijn bedoelt: origineel.
Zie ook: